3 september 2024

SPV blogspot Gerard: Context

Ik ben Gerard Lohuis, werkzaam bij BuurtzorgT Groningen en als docent verbonden aan de Hanzehogeschool (Opleiding SPV) en Rino Groep Utrecht. Tevens werkzaam voor de redactie SP van de beroepsvereniging.

De context waarbinnen iemand geboren wordt en opgroeit, is sterk bepalend voor de ontwikkeling. Opgroeien in een bepaald postcodegebied zegt meer dan de postcodeloterij goed kan maken.

In de sociale psychiatrie is de wisselwerking tussen het individu en de omgeving belangrijk voor het verklaren van het ontstaan van psychische problemen. De erfelijkheid speelt een rol bij het ontstaan van psychische problemen, maar het zijn toch de gebeurtenissen die iemand meemaakt of het leidt tot een psychische ontwrichting en disfunctioneren. Het maakt ook nog uit binnen welke cultuur iemand opgroeit want hetzelfde gedrag dat in Nederland leidt tot een opname, maakt iemand in India, die op de stoepa zit, tot een heilige. In de Zuid Afrikaanse cultuur kent men Ubuntu. Je bent mens door je medemens en als individu ben je eigenlijk niemand. Er wordt steevast gekeken naar een collectieve bron wanneer een psychisch probleem zich aandient. Het maakt nogal uit binnen welke omgeving iemand opgroeit wanneer iets als een probleem wordt beschreven. Binnen onze eigen Westerse samenleving krijgen sommige jongeren het predicaat depressie wanneer het probleem geïndividualiseerd wordt en niet in een bredere context gekeken wordt dat het idee, dat ze voortdurend gelukkig moeten zijn, ten grondslag ligt aan het “lijden aan het leven”. Trudy Dehue spreekt in dit geval van reïficatie (Dehue, 2008). Als we het verschijnsel een naam geven, depressie in dit geval, bestaat het. Als we het zien als jongeren die de lat ongekend hoog leggen en voortdurend moeite hebben met tegenslag, kunnen we het ook zien als moeite die ze hebben met hun maatschappelijk functioneren. De context bepaalt of iets een probleem wordt dat om behandeling vraagt.

Dat de context centraal staat bij het ontstaan van fysieke en mentale problemen komt de laatste jaren in meerdere onderzoeken naar voren. Tessa Roseboom hoogleraar Vroege Ontwikkeling en Gezondheid aan de Universiteit van Amsterdam laat zien dat de vroege omgeving de groei en ontwikkeling van de foetus beïnvloedt en daarmee de latere gezondheid bepaalt. In haar boek De eerste duizend dagen (Roseboom, 2023) laat ze zien dat de ontwikkeling van het kind snel gaat en dat hierin de belangrijkste vorming, van wie iemand wordt, plaatsvindt. Ze heeft onderzoek gedaan naar kinderen die opgroeiden in de Hongerwinter. Uit dit onderzoek bleek dat ondervoeding van de moeder blijvende negatieve gevolgen heeft voor de gezondheid van haar kind. Zo blijkt dat veel voorkomende ziekten zoals hart-, vaat-, long- en nierziekten, maar ook borstkanker en depressie hun oorsprong hebben in de baarmoeder. Wanneer een moeder tijdens de zwangerschap last heeft van stress, beïnvloedt dat de ontwikkeling van het kind in negatieve zin. De eerste duizend dagen zijn de blauwdruk voor het leven, volgens Roseboom.

Uit diverse onderzoeken is eveneens gebleken dat het volume van het brein groter wordt wanneer de kinderen in hun eerste levensjaren op een positieve wijze worden geactiveerd. Kinderen die gestimuleerd worden om eens een boek te lezen en de nodige warme aandacht krijgen, hebben aanzienlijk meer hersenvolume ten opzichte van kinderen die een positieve stimulans van ouders moeten ontberen. Dat betekent een groot verschil in aanleg van neurale banen. Rond het 6e jaar is 90% van het hersenvolume bereikt en zijn de eerste jaren van het leven belangrijk voor de ontwikkeling van het brein (Stapel, J. en Hunnius, S. 2019).

Het postcodegebied waarin iemand woont, is nogal bepalend voor de toekomstige ontwikkeling! Wie dat onlangs nog weer eens heeft aangetoond is Tim’s Jongers die als de uitzondering die de regel bevestigd, zijn eigen afkomst ontgroeid lijkt te zijn. Hoewel hij er zelf nog steeds aan zegt te twijfelen, nog steeds aan zichzelf kan twijfelen, heeft hij de context van armoede waar hij uit voortkomt, van zich afgeschud (Jongers 2024). In zijn boek met de pakkende titel Armoede uitgelegd aan mensen met geld schetst hij een onthutsend en confronterend relaas over de impact van armoede in iemands leven. Het gaat daarbij niet alleen om het ontbreken van geld. Armoede dringt door in alle poriën van het leven. Het gaat daarbij volgens Jongers om gezondheid, maatschappelijk mee kunnen doen, zelfvertrouwen, gevoel van betekenis te zijn (iemand zijn), beschikken over een steunend netwerk, omgaan met stress, betekenisgeving, gevoel van onafhankelijkheid, zelfwaardering en zo kan het rijtje met talloze andere aspecten aangevuld worden.

Armoede betekent dat de tandartszorg niet meer kan worden betaald omdat deze uit het basispakket is gehaald. Jongers houdt ons voor dat 1,5 miljoen mensen geen geld genoeg heeft voor een aanvullende verzekering. Het gevolg: tandontstekingen en ernstige mondziekten die later met veel inzet alsnog verholpen moeten worden. Waardoor mensen alsnog in de financiële problemen kunnen komen. Een schuld betekent dat de deurwaarder komt, die hoge kosten met zich meebrengt en na verloop van tijd de schuld alleen nog maar hoger doet oplopen. Ernst van Koesveld betoogt in de Volkskrant van maandag 29 juli in een ingezonden brief “dat schuldeisers en incassobureaus steeds meer kosten maken” (Koesveld, 2024). “Daarbij komt dat mensen met schulden zich vaker ziek melden, minder productief zijn of hun baan verliezen en hogere zorgkosten maken”, aldus van Koesveld. Gelukkig gaan de aanmanings- en incassokosten van de overheid fors omlaag. Een kleine stap.

De algemene reflex van de Nederlander over mensen in armoede: dan hadden ze maar niet zo veel geld moeten uitgeven of dan hadden ze maar iets harder moeten werken. Kortom: ze hebben het aan zichzelf te danken. Maar dan vergeten we voor het gemak dat sommige door een scheiding, onvoorziene gebeurtenis of ziekte in de financiële problemen komen. Of in andere gevallen, zoals Jongers schetst, geboren worden in een milieu waarin armoede van generatie op generatie wordt doorgegeven. Het leidt tot hulpeloosheid, afhankelijkheid en marginalisatie. Een permanent gevoel van minder te zijn t.o.v. hoger opgeleiden. Het leidt in alle opzicht tot een ongezondere levensstijl. Hij houdt ons daarbij een simpele spiegel voor. Frikandellen zijn nu eenmaal goedkoper dan gezonde producten. Cafetaria’s zitten vaker in buurten waar minder bedeelden wonen. En duurdere schoenen gaan simpelweg langer mee dan goedkopere, zodat goedkoop steevast duurkoop is.

Arme mensen hebben vaak gebrek aan grip op hun leven. Ze hebben minder sociale contacten, participeren minder in de samenleving en hebben minder vertrouwen in de ander. Dat geeft een gevoel van ontevredenheid waardoor griploosheid weer kan leiden tot ziekte, stress en gevoelens die tegen de democratie in kunnen gaan. In een eerdere blog werd het belang van autonomie, zingeving en het hebben van een persoonlijk netwerk als belangrijke pijlers voor een zinvol bestaan geschetst. In de GGZ zou daarom de hulpverlener zich veel meer binnen het sociaal domein moeten begeven om de onderliggende problemen voor het ontstaan van psychische problemen aan te pakken.

Een mooi voorbeeld hiervan is Kansrijk Groningen. Daar krijgt iemand die in de problemen is gekomen, een buddy. Iemand die zelf “door het donkere stof van de armoede is gegaan” (Jongers, 2024). Een jaar lang neemt de buddy iemand op sleeptouw, zorg voor rust, onderhandelt en steunt bij iemand in het contact met instituties en werkt vanuit een vasthouden-volhouden-principe. Ik steek mijn hand er voor in het vuur dat het vele psychische problemen helpt te voorkomen of sneller doen verdwijnen.

Gerard Lohuis

• Dehue, T. Depressie Epidemie 2008 Uitgeverij Augustus ISBN 9789045703282 pag. 336
• Jongers, Tim’s Armoede uitgelegd aan mensen met geld Uitgeverij De Correspondent 2024 ISBN 97894 93254 466 pag. 186
• Koesveld, E. van Kabinet-Schoof moet aan de slag met schuldenaanpak, dat verdient zichzelf terug Ingezonden Brief in de Volkskrant 29-07-2024
• Roseboom, T. De eerste 1000 dagen 2023 Uitgeverij Boom/ De Tijdstroom ISBN 9789058983336 pag. 192
• Stapel, J. en Hunnius, S. Ontwikkeling van babybrein tot kinderbrein In “Brein in de Groei- Biowetenschappen en Maatschappij” Kwartaal 1 2019 Ondergebracht bij     Zon Mw

26 november 2024

SPV blogspot Gerard: Framen als nationale hobby

Lees meer
7 november 2024

SPV podcast Onderweg: Zonder oordeel in het PPC.

Lees meer
29 oktober 2024

SPV blogspot Claudia: DIS uitgelegd aan de hand van een korte film

Lees meer