SPV? SPV!
Ik ben Gerard Lohuis, werkzaam bij BuurtzorgT Groningen en als docent verbonden aan de Hanzehogeschool (Opleiding SPV) en Rino Groep Utrecht. Tevens werkzaam voor de redactie SP van de beroepsvereniging.
De ontwikkeling van de Sociaal psychiatrisch verpleegkundige is nauw verbonden met de ontwikkeling van de GGZ.
Iedereen op een feestje kan vertellen wat een psychiater of psycholoog is. Vraag je vervolgens naar wat ze doen, dan wordt het al stiller. De meesten hebben wel een idee hierover maar als ze het concreet willen maken, volgt er meestal een bedenkelijke blik en een voorzichtig poging over wat ze vermoeden. Toch is de positie van de psychiater en psycholoog ijzersterk. Als je psychische problemen hebt en je zoekt daar hulp bij, dan is de Pavlov-reactie dat het tijd wordt voor de psychiater of psycholoog. Vertel je op hetzelfde feestje dat je Sociaal Psychiatrisch Verpleegkundige (SPV) bent, dan is de vraag wat je bent en wat je precies doet. Wat bij de psychiater en psycholoog vanzelfsprekend lijkt, ook al weet men nauwelijks wat deze doen, is voor de SPV een tabula rasa. Of het door mijn leeftijd komt of doordat ik na veertig jaar als SPV te hebben gewerkt, langzaamaan richting “Exit” ga, het puzzelt me nog steeds waarom er nog zoveel uitleg nodig is om aan te geven wat de SPV doet.
Wie kun je in deze tijd dan beter raadplegen dan CHATGPT om te kijken wat er gemiddeld en in het algemeen aan kennis aanwezig is over de SPV. Volgens deze bron is de ontwikkeling van de SPV nauw verbonden met de ontwikkeling van de GGZ. In de 19 e eeuw was er volgens deze digitale bron weinig aandacht voor de mens achter de ziekte omdat de instellingen die zorg boden daar weinig aandacht voor hadden. Met de opkomst van de wetenschap in de 20e eeuw begon de verpleegkundige een professionele rol te spelen met aandacht voor een holistische benadering. Toen in de jaren ’60 en ’70 van de vorige eeuw de aandacht meer en meer op community care kwam te liggen, leidde dat tot een grote vraag naar SPV-en. Ze zijn heden ten dage onmisbaar in de GGZ.
Nou, CHATGPT is er wel van overtuigd dat de SPV een cruciale rol vervult binnen de GGZ. Ze heeft ook nog een verrassende concrete invulling voor het takenpakket en functie van de SPV. Zes punten zijn daarin kenmerkend volgens de op algoritmen gebaseerde onnavolgbare kennisbron:
1. De SPV kijkt vanuit een holistische visie en heeft niet alleen oog voor de psychische problemen, maar ook voor de sociale, emotionele en fysieke aspecten van de gezondheid.
2. De SPV is sterk in empathische relatie-opbouw waardoor de betrokkene zich begrepen en gehoord voelt wat noodzakelijk is voor het herstelproces.
3. Ze behandelen en bieden sociale ondersteuning en praktische begeleiding. Hierbij speelt samenwerking met de familie een essentiële rol.
4. Ze richten zich op empowerment van de betrokkenen die om hulp vragen.
5. Preventie en voorlichting is een essentieel onderdeel van de aanpak.
6. Ze zijn in staat zich aan te passen aan de unieke behoeften van de hulpvrager en kunnen creatief en flexibel inspelen op veranderende situaties.
Voor de SPV is dit gesneden koek. Want als geen andere professional worden de beleving en betekenisgeving van de door de hulpvrager ervaren problemen als uitgangspunt meegenomen in de behandeling. Geen wonder dat de SPV een cruciale rol ging spelen toen de zorg van klinisch naar ambulant ging. Geen wonder dat de SPV rond 2000 voorop ging in de aanpak van de Openbare Geestelijke Gezondheidszorg door de bemoeizorg op de kaart te zetten en uit te gaan voeren. Meer dan eens in de geschiedenis is de SPV de bruggenbouwer die er voor zorgt dat innovaties binnen de GGZ van de grond komen. Denk hierbij dus met name aan de genoemde ambulantisering waarbij klinische opnames voorkomen, dan wel bekort worden. Vanuit de gedachte dat psychische problemen ontstaan in wisselwerking met de samenleving en dat veel mensen in de problemen komen omdat ze binnen hun eigen context in de problemen komen.
Dat is niet voor niets. Vanuit het functieprofiel van de SPV moet ieder behandeling door de SPV gericht zijn op:
1. Voorkomen Stigmatisering en Uitsluiting.
2. Voorkomen Marginalisering
3. Coachen formele en informele hulpverleners
4. Optimaliseren sociaal functioneren van betrokkene
5. Systemisch denken op alle fronten: cliënt, familie en samenwerkingspartners
6. Behandelmethoden samensmelten tot een eclectisch aanbod
7. Aandacht voor de epidemiologische context waarin psychiatrische problematiek zichzelf ontwikkelt.
Het werk van de SPV behelst niet het geven van en afgebakende, protocollaire behandeling want daar is de psycholoog of psychiater in gespecialiseerd. Niet dat de SPV dat niet zou kunnen. In de praktijk zien we hoe SPV-en zich op bepaald terrein specialiseren en een gerichte psychotherapeutische behandeling geven. Maar het terrein van behandelen is breder en bestaat derhalve niet alleen uit het geven van een gespecialiseerde behandeling maar het heeft met name oog voor het ontstaan ervan. Evidence based werken (protocollaire behandeling) kan alleen als er vanuit het practice based werken nieuwe inzichten en interventies ontwikkeld worden. Het terrein van de SPV. Nieuwe kennis komt tevoorschijn door de behandeling aan te passen aan de tijd en plaats. Jim van Os noemt dat in de Nieuwe GGZ dat de zorg invloeden ondergaat vanuit cultuur en sociaal perspectief. En dat is nu juist de kracht van de SPV. Het gaat er niet om dat alle symptomen verdwijnen, maar dat iemand zo optimaal mogelijk kan functioneren binnen de eigen context. Zoals Machteld Huber het vele jaren later zo mooi formuleerde in haar nieuwe definitie van gezondheid : Gezondheid als het vermogen om je aan te passen en je eigen regie te voeren in het licht van fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven( Huber 2012). Ze benoemt de zes pijlers vanuit de positieve gezondheid: voel ik me lichamelijk gezond, hoe is het met mijn mentaal welbevinden, heb ik vertrouwen in de toekomst (zingeving), hoe ervaar ik mijn kwaliteit van leven, kan ik meedoen en hoe ziet mijn dagelijks leven eruit.
Het draagt bij aan het voorkomen van het onnodig medicaliseren en op zoek gaan naar krachten vanuit de positieve psychologie en positieve gezondheid. Daarbij wordt gekeken hoe ziekmakend sommige maatschappelijke processen lopen en hoe hoog de druk vanuit de samenleving kan zijn en kan leiden tot psychische problemen. Vanuit de preventieve taakopvatting zal de SPV hier aandacht voor hebben en met maatschappelijke instellingen in gesprek gaan om te zorgen dat de hulpvrager gehoord wordt en niet vermalen wordt in de maatschappelijke, institutionele raderen. Het staat allemaal omschreven in het functieprofiel van de SPV:
- Naast evidence based, kan de spv praktijkkennis genereren
- De spv kan vanuit de context werken en daarbinnen voor een oplossend model kiezen
- De spv kan stepped care werken op een laag niveau met grote toegankelijkheid
- De spv kan de eerste lijn ondersteunen met haar kennis
- De spv kan public health/ preventie toepassen/ samenwerken in maatschappelijke zorg
- Kan maatschappelijke behoefte aan zorg omzetten in concrete praktijkvoering
- Kan als bruggenbouwer fungeren tussen maatschappij en specialisatie.
- Kan intermediair zijn tussen cliënt, familie en omgeving en van daaruit nieuwe behandelvormen uitvoeren (triade, narratieve zorg, betekenisvolle hulpverlening etc.)
- Rol spelen bij ontmedicalisering van gewone problemen en uitvoeren stepped care zorg
- Ontwikkelen reflectieve professionaliteit: verleiden van de cliënt tot probleemeigenaar (beleving van de cliënt bieden aanknopingspunten voor interventies).
Tot zover deze inleiding op de essentie van deze blog. Hoe komt het dat de SPV dan nog niet salonfähig is geworden? Hoe komt het dat er nog zo veel uitleg nodig is en dat men op een feestje na veertig jaar mij nog steeds met dezelfde vragen bestookt? Het feit dat de SPV nog steeds niet de generalistische specialist in de GGZ is, is een voortvloeisel van de Bachelor-Master-structuur(BA/MA). In ons land willen we alles in hokjes wegzetten en de SPV is nu eenmaal de specialist die wetenschap en praktijk met elkaar verbindt. Daardoor kregen ze binnen de Bachelor-Master-structuur geen goede plek. Toen de titels verdeeld werden, waren we niet stevig genoeg om onze kennis goed te positioneren en was het niveau van opleiding ontoereikend. We hebben daar de slag gemist. Voorheen werd er door het werkveld, beroepsvereniging en opleidingsveld bepaald waar de SPV aan moest voldoen. Door de invoering van de BA-Ma greep de overheid stevig in.
De SPV staat met de ‘poten in de klei’ en kan daar wetenschappelijk en overstijgend naar kijken. En handelen. Gelukkig is een vroegtijdig heengaan van de SPV in 2015 voorkomen, toen de overheid haar eigen institutionele blunder door had. Men dacht dat met de komst van de Verpleegkundig Specialis technisch gezien alles goed geregeld was. En dat de SPV niet meer nodig zou zijn. Maar hoe belangrijk de Verpleegkundig Specialist ook is, de praktijk vraagt om professionals met het takenpakket zoals deze al meer dan zestig jaar door de SPV in de praktijk wordt gebracht. De Verpleegkundig Specialist en de SPV hebben elkaar nodig om het verpleegkundig handelen tot hoger niveau te ontwikkelen.
Dan laat de gedachte me maar niet los waarom men op een feestje nog steeds veel uitleg nodig heeft. Hierbij moeten we ook de hand in eigen boezem steken. Als het komt doordat we als SPV denken dat het gewoon is wat we doen, dan moeten we deze waangedachte maar eens flink gaan behandelen. In de vorm van ontwikkelen van realiteitszin en leren waarderen wat we doen. Dat moet dan wel zichtbaar gemaakt worden. Niet alleen aan de onderhandelingstafel over CAO-afspraken. Nee, we moeten beseffen hoe essentieel practice based denken en werken inéén, essentieel is voor de mensen die ons nodig hebben. Het adagium dat de SPV een doener is die alle aandacht niet zo nodig heeft, moet bij deze naar fabeltjesland worden verwezen. Weg met de zogenaamde valse bescheidenheid. Kom maar op met artikelen, publicaties, podcast, radio- en tv-optredens zodat mensen gaan zien wat en wie de SPV is. Het wordt tijd om uit de loopgraven te komen en samen met de Verpleegkundig Specialist ons vak op het podium te plaatsen waar het hoort. Maar dan moeten we dat wel doen! Zeker in deze tijd waarin de Nieuwe GGZ het aloude sociaal psychiatrische gedachtegoed omarmt.
Gerard Lohuis
• How should we define health? Machteld Huber, J André Knottnerus, Lawrence Green, Henriëtte van der Horst, Alejandro R Jadad, Daan Kromhout, Brian Leonard, Kate Lorig, Maria Isabel Loureiro, Jos W M van der Meer, Paul Schnabel, Richard Smith, Chris van Weel, Henk Smid (26 juli 2011). In British Medical Journal.