1 oktober 2024

SPV blogspot Claudia: Geen enkel trauma(behandeling) is hetzelfde

Claudia van Beuzekom, sociaal psychiatrisch verpleegkundige bij Expertisecentrum voor Transdiagnostische Psychotherapie (Extrapsy), afdeling Transit van GGZ Centraal te Ermelo. 

En sociaal psychiatrisch verpleegkundige binnen de crisisdienst van GGZ Centraal.

Het biologische proces achter de traumarespons, bekend als de "vecht-vlucht-bevries"-reactie, is een oeroud overlevingsmechanisme dat wordt geactiveerd wanneer het lichaam gevaar waarneemt. Dit mechanisme wordt gestuurd door het autonome zenuwstelsel en is diep geworteld in onze biologie..

Wanneer het lichaam een bedreiging waarneemt, bijvoorbeeld door een fysieke aanval, stuurt het brein onmiddellijk signalen naar verschillende systemen in het lichaam om zich voor te bereiden op actie.
Dit proces gaat als volgt: Zodra de amygdala een bedreiging detecteert, activeert deze de hypothalamus. De hypothalamus activeert het autonome zenuwstelsel.
Zodra dit wordt geactiveerd komen er hormonen vrij; adrenaline (epinefrine) en noradrenaline (norepinefrine). Deze zorgen voor verschillende lichamelijke veranderingen:

Hartslag versnelt om meer bloed en zuurstof naar de spieren te pompen.
Ademhaling versnelt om de zuurstoftoevoer te verhogen.
Bloeddruk stijgt.
Bloed wordt omgeleid van minder essentiële organen (zoals het  spijsverteringssysteem) naar de spieren.
Pupillen verwijden om beter zicht te krijgen.
Spieren spannen zich aan voor actie (vechten of vluchten).

Naast adrenaline en noradrenaline wordt het stresshormoon cortisol geproduceerd door de bijnieren. Cortisol helpt bij het in stand houden van de vecht- of vluchtreactie door energie vrij te maken uit vetten en glucose, zodat het lichaam genoeg brandstof heeft om te reageren op de bedreiging.
Afhankelijk van de aard van de bedreiging en de context, kan het lichaam kiezen voor:

Vechten: Wanneer het lichaam besluit dat confrontatie de beste kans op overleving biedt, worden de spieren aangespannen om te vechten. Dit kan resulteren in agressie of een sterke fysieke reactie.
Vluchten: Als het lichaam concludeert dat ontsnappen de veiligste optie is, worden de spieren en ledematen voorbereid om snel weg te rennen van het gevaar.
Bevriezen: gebeurt wanneer het lichaam zich zo overweldigd voelt dat het besluit niet te bewegen.
Overgave/playing dead: Het lichaam gaat dan in een soort verlamming om zo “onzichtbaar” mogelijk te zijn of te wachten op een betere gelegenheid om te reageren.

Binnen de trauma-exposures die ik geef, zie ik het hierboven beschreven overlevingsmechanisme vaak terug. Bij cliënten die seksueel misbruik hebben meegemaakt, hoor ik vaak dat ze achteraf denken dat ze hadden moeten vechten of vluchten, terwijl ze tijdens het trauma ‘kozen’ voor overgave. Toch is het aan hun lichaam vaak duidelijk te zien hoe de vecht- of vluchtreactie in eerste instantie wel is getriggerd. Dit zie ik bijvoorbeeld bij Eva:

Eva beschrijft in de sessies hoe ze zich klein voelde, hoe ze dacht aan vluchten, maar tegelijkertijd besefte dat ze nergens heen kon. Uiteindelijk koos ze ervoor mee te werken, “in de hoop dat het zo snel mogelijk voorbij zou zijn.” Haar lichaam heeft de spanning zichtbaar vastgehouden: haar vuisten zijn gespannen, haar schouders staan hoog, en haar ademhaling is oppervlakkig. De opgeslagen spanning heeft nooit een uitweg gevonden, wat nu resulteert in lichamelijke klachten.

Binnen de trauma-exposure volg ik middels Narratieve Exposure Therapie (NET) het verhaal zoals het is gebeurd. In de daaropvolgende sessie werk ik met technieken uit Sensorimotor Psychotherapy (SP), waarbij we de bewegingen van het lichaam volgen. Dit creëert ruimte om de opgeslagen spanning en energie te ontladen. Eva maakt vervolgens duwbewegingen, waarbij ze symbolisch ‘de dader’ van zich afduwt. Deze fysieke actie helpt haar om de spanning los te laten en draagt bij aan haar verwerking.

Bij Hanne zie ik juist een tegenovergestelde respons. Als klein meisje moest zij ervoor zorgen dat haar gehandicapte broer geen schade aanrichtte. Ze moest constant naar het gevaar toe om de situatie te de-escaleren. Tijdens de NET-sessies belandt Hanne steeds weer in een bevriezingsreactie: haar lichaam wil zowel naar het gevaar toe om het te beheersen, als ervan weg om zichzelf in veiligheid te brengen. Deze tegengestelde impulsen, die beide zowel veiligheid als gevaar impliceren, zorgen ervoor dat we vastlopen in de exposure.

In de sessies probeerden we aanvankelijk beide bewegingen te volgen, maar dit leidde alleen tot een toename van bevriezing, omdat beide reacties elkaar tegenwerkten. Uiteindelijk kozen we ervoor om het lichaam niet te laten kiezen tussen de twee, maar te focussen op loslaten – letterlijk lichamelijke ontspanning.

Waar ik bij Eva zag dat het volgen van de beweging tot verwerking leidde, leidde bij Hanne juist het loslaten van de beweging tot verwerking. Zo zie je dat geen enkel trauma hetzelfde is, maar ook geen enkele traumaverwerking hetzelfde is. Het kunnen variëren met interventies, is wat mij betreft een belangrijk element van traumaverwerking.

blog11

 

 

1. trauma

3 oktober 2024

Aan tafel met: Bianca Buurman, voorzitter van V&VN

Lees meer
17 september 2024

SPV? SPV!

Lees meer
3 september 2024

SPV blogspot Gerard: Context

Lees meer