2 juli 2024

SPV blogspot Claudia: Oriënteren in het ‘hier en nu’

Claudia van Beuzekom,  sociaal psychiatrisch verpleegkundige bij het Centrum voor psychotherapie, afdeling Transit van GGZ Centraal te Ermelo.

In mijn eerdere blogs haal ik regelmatig hier-en-nu-vaardigheden aan, waarbij ik wijs op het aanspreken van zintuigen. Cliënten vinden het vaak moeilijk om te ontdekken welke zintuigoefeningen bij hen passen. Het is dan wenselijk om ze kennis te laten maken met een groot aanbod. In deze blog heb ik naast de psycho-educatie een aantal oefeningen beschreven, die ik zelf ook in (groeps-)therapie aanbied aan mijn cliënten.

Oriënteren doen we allemaal, op elk moment van de dag. We oriënteren ons met onze zintuigen op zowel interne als externe prikkels. Interne prikkels zijn prikkels van onszelf, zoals sensaties (bijvoorbeeld het knorren van de maag of een snelle hartslag), maar ook emoties of gedachten. Externe prikkels zijn prikkels uit de omgeving of van andere personen. Hierbij kun je denken aan de lichaamshouding van anderen, hoofd- en handgebaren, gezichtsuitdrukkingen en de intonatie van de stem.

Oriëntatie gebeurt in vaste stappen:
⦁ Aandacht richten
⦁ Inschatting maken van de situatie (veilig, neutraal of gevaar)
⦁ Handelen
⦁ Herstellen

Bij een voorgeschiedenis van trauma zien we dat er sneller (onterecht) een inschatting van gevaar wordt gemaakt, zelfs als er geen daadwerkelijk gevaar is. Daarnaast zien we dat de herstelfase langer op zich laat wachten of helemaal uitblijft.
Ook zien we vaak dat er sprake is van associëren. Een minuscuul iets kan al linken (associëren) aan trauma, waardoor het direct je aandacht vraagt en wordt bestempeld als ‘gevaar’. Voorbeeld: Je loopt in het bos en hoort geritsel achter je. Je bent bang dat het een man is die je besluipt. Je aandacht is direct gericht op het geluid en je bent helemaal daarop georiënteerd. Dit kan leiden tot een gewoonte van constante oriëntatie op gevaar, waardoor je neutrale of veilige aspecten minder of niet meer waarneemt.
Bij het aanleren van hier-en-nu-vaardigheden door middel van oriëntatie leer ik mijn cliënten om opnieuw gebruik te maken van hun zintuigen.

Bij elk onderdeel is de huiswerkopdracht hetzelfde:
⦁ Wat vond je onprettig?
⦁ Wat kun je als vaardigheid gaan gebruiken?
⦁ Wat was het effect? (Beschrijf de situatie, wat je hebt ingezet en wat het effect was)
⦁ Als je naar aanleiding van de opdracht(en) een nieuw signaal of vaardigheid hebt ontdekt, voeg je deze toe aan je emotieregulatie-/signaleringsplan.

Ik zorg altijd dat ik voor elk zintuig een aantal materialen heb (in mijn geval wat in de eerste kolom staat) en dat ik al wat opties heb voor wat mijn cliënten in hun eigen omgeving kunnen proberen (tweede kolom).

 

Voelen

  • Zachte bal
  • Prikkel ring
  • Veertje
  • Voelschijf
  • Puzzeltje
  • Spinner
  • Tangle     
  • Prikkelbal   

⦁ Een zachte stof, bond of haar
⦁ Een warme of koude douche
⦁ Je insmeren met lotion of douchegel
⦁ De textuur van eten
⦁ Knuffelen met een persoon of huisdier
⦁ Met je vingers door je haar gaan
⦁ Boomschors
⦁ Bladeren

Ruiken

  • Parfum
  • Menthol
  • Nagellak
  • Olie
  • Wasmiddel
  • Koffie             
  • Je favorite geur
  • Kaarsen, zeep, parfum
  • Langs de keuken van een restaurant lopen
  • Geur van het seizoen of de weersomstandigheden
  • Bloemen, bladeren of vers gemaaid gras
  • Geur van een belangrijke naaste

Proeven

  • Drop
  • Koffie
  • Zoethout
  • Smintjes
  • Eucalyptus
  • Toxic waste 
  • Anta flu         
  • Je favoriete gerecht
  • Zoet: fruit, ijs, honing, toetsjes
  • Zout: Chips, popcorn, snoep
  • Hartig: vlees, vis, kaas champignon
  • Zuur: Citroen, yoghurt, zuukool, augurk
  • Bitter: gember, pure chocolade, bier, thee, spinazie

Horen

  • Muziek die je mooi vindt
  • Harde of zachte geluiden
  • Stimulerende of kalme muziek
  • Geluidsopnames van de natuur (of buiten in de natuur)
  • Stilte
  • Bewegend water
  • Zingen
  • Iemand anders zijn/haar stem

Kijken

  • Voorwerpen tellen
  • Van elke kleur een voorwerp zoeken
  • Film kijken
  • Wandeling door de natuur
  • ‘Zoek de verschillen’
  • Schilderen op nummer
  • Legpuzzel

Hoe is je huidige houding:

  • Hoofd naar voren, rechtop of opzij?
  • Kin omhoog, omlaag of vooruit?
  • Schouders naar vormen, hoog, naar achteren, gelijk of ongelijk?
  • Rug naar vormen, hol, plat of ingezakt?
  • Knieën op slot, gebogen, recht of naar binnen/buiten gedraaid?
  • Buik vooruit, plat of in?

Oefen eens met een aantal houdingen:

  • Sla een arm om jezelf heen
  • Wieg heen en weer (links/rechts/voor/achter)
  • Speel met je haar, bijt op je lip
  • Rol je op tot een bal
  • Wikkel jezelf in een deken
  • Masseer je armen, benen en/of nek.
  • Wiebel met je tenen
  • Wrijf over een deel van je lichaam
  • Knijp je handen samen.

 

Bronnen:
Sensorimotor psychotherapie (Pat Ogden & Janina Fisher)
Module Waarnemen (Centrum voor Psychotherapie, Transit)

24 december 2024

SPV blogspot Gerard: Alle psychiatrie moet sociale psychiatrie zijn – de achterkant van het gelijk.

Lees meer
17 december 2024

SPV blogspot Marja: Zorg met een klik

Lees meer
10 december 2024

SPV blogspot Claudia: Samenwerken met een binnenwereld

Lees meer